We moeten het grif toegeven; wie de titel “Beauty and the Beast” in de mond neemt, weet dat hij met een klassieker te maken heeft. De film was het prototype van de Disney revival aan het begin van de jaren negentig. Genomineerd voor een Oscar voor ‘beste film’ - die het moest prijsgeven aan “Silence of the Lambs” - overtuigend winnaar van een Golden Globe voor “beste film” en dè box office hit van 1991, zou “Beauty and the Beast” enkel maar de voorbode van het latere Disney’s succes “The Lion King” en “Aladdin” betekenen. De film vertelt het verhaal van een ijdele prins die door zijn egoïsme door een tovenares wordt omgetoverd in een monsterachtig beest, nadat hij haar op een ongure nacht onderdak weigerde te verschaffen. De vervloekte roos die de tovenares met haar meedroeg werd het symbool van de betovering die zou blijven bloeien tot de prins 21 werd. As hij tegen die tijd niet had geleerd om van iemand te houden en ook haar liefde te winnen tegen de tijd dat het laatste bloemblaadje verschrompelde, dan zou hij voor eeuwig zijn monsterachtig uiterlijk behouden. Bij toeval ontdekt de arme uitvinder Maurice het vervloekte kasteel waar hij wordt opgesloten door het gemene beest. In zijn kielzog echter, arriveert zijn mooie dochter Belle, opzoek naar haar vader. Het beest stelt een deal voor waarmee het meisje al vlug instemt; in ruil voor de vrijheid van haar zieke vader, moet ze voor altijd op het kasteel blijven. Schuchter en onzeker probeert het beest het hart van de nieuwe logé op zijn patrimonium te stelen en met behulp van het betoverde personeel wordt dit een spetterende en spannende belevenis. Wanneer Maurice echter zijn mededorpelingen, onder aanvoering van de ijdele en zelfgenoegzame Gaston, optrommelt om zijn dochter te gaan bevrijden, breekt er een harde strijd uit met Belle in het midden ervan, verscheurd door een dilemma; zal zij kiezen voor het beest of voor haar vrijheid?
De evolutie in animatie die begin de jaren negentig vaste voet aan wal kreeg in het Disney imperium zou met “Beauty and the Beast” een eerste hoogtepunt ervaren. De beroemde balzaal scène kon enkel maar door computerintegratie tot zijn recht komen. Maar niet enkel op animatievlak zou de film fel besproken worden. Ook op vlak van de muziek werd een nieuwe standaard gezet. Componist Alan Menken werd opnieuw bijgestaan door lyricist Howard Ashman, die tevens als executive producer zou fungeren. Het duo had al de muziek verzorgd voor “The Little Mermaid” en kreeg hiervoor 2 Academy Awards. Het zou trouwens de laatste film worden die Ashman afwerkte voor hij stierf aan de gevolgen van aids. Zijn plaats zou worden ingenomen door Tim Rice die samen met Menken “Aladdin” zou afronden. Het is echter de grote verdienste van beide heren die “Beauty and the Beast” onsterfelijk maakte. Net als bij “The Little Mermaid” brouwde de componist een resem van uitzonderlijk sterke liedjes die naambekendheid verworven over de hele wereld. Tevens kondigde de title song van de animatiefilm het begin aan van de uiterst grote carrière van Céline Dion. Met de re-release van de film in 2002 bracht Disney een hernieuwde soundtrack uit waarop er plaats was voor een extended version van “West Wing”, twee demo opnames van Menken en Ashman, een ‘early version’ van “Transformation” dat voorheen enkel terug te vinden was op de gelimiteerde verzamelaar “Music Behind the Magic” en voor de Europese verzamelaars een nieuwe mix van het titellied gebracht door de jongens en meisjes van de formatie Steps. Maar de klap op de voorpijl vormde de muziek voor de nieuw ingebrachte scène “Human Again”, een lied dat in de laatste montagedagen werd geschrapt maar voor de speciale Dvd-editie in volle glorie werd hersteld.
De soundtrack start met de proloog van de film. Heel wat mensen hebben al gesmeekt aan Disney om de muziek te releasen zonder de verteller aan het woord. Helaas wordt deze wens ook op het nieuwe album niet waargemaakt. Opnieuw is “Music Behind The Magic” de enige bron voor de originele versie. Maar hoe dan ook is de diepe en warme stem van de verteller niet echt een grote hinderpaal en past het in de algemene magie die Disney naar voor wil schuiven op dit album. Het nummer loopt vlekkeloos over in het schitterende openingslied. Direct valt op hoe sterk Ashman was in het schrijven van teksten. De woordspelingen en leuke anekdotes vloeien in elkaar en schilderen zeker een glimlach op de lippen. Neem daarbij nog eens de mooie melodieën van Menken en je bekomt een flamboyante en innemende mix van muziek, vloeiende orkestraties van huisarrangeur Danny Troob en heerlijke Broadway stemmen van ondermeer Page O’hara. Het nummer spint zich uit over maar liefst vijf minuten maar verveelt geen seconde door de kleurige personages die aan het woord komen. Een erg melodieuze reprise volgt waarbij Belle haar gevoelens bezingt voor het alledaagse leven in haar dorp en haar droom om de wijde wereld te ontdekken en zichzelf te laten meeslepen in zinderende avonturen. Een erg knappe bridge volgt waarbij het orkest een grootse indruk nalaat. Een tweede indruk van het dorpsleven wordt vertolkt door Gaston, die na te worden afgewezen door Belle, zich in de lokale pub bedrinkt. De grappige inmenging van zijn hulpje Lefou – zijn naam betekend niets voor niets “de gek”- toont opnieuw het talent van Ashman. De oneliners worden aan een hoog tempo afgevuurd en de burleske muziek past wonderwel in het dorpse kader dat wordt gecreëerd. Een musicalachtige uitbreiding aan het eind van het lied dat werd geschrapt in de uiteindelijke filmversie is een mooie aanvulling. De reprise van “Gaston” heeft opnieuw een grote verhaalinmenging. Maurice komt de herberg in gestormd en vertelt over het beest dat zijn dochter opsloot. De dorpelingen lachten hem in eerste instantie uit, maar Gaston’s gelimiteerde brein komt dan toch op gang (“I’m afraid I’ve been thinking – A dangerous pastime – I know”) en ontwerpt een duister en macaber plan. Hoewel dit lied lijdt onder een verhalende aanpak, houdt dit menig Disney fan tegen om met volle teugen van deze aanvulling te genieten!
Het tweede deel van het album is een reflectie van het eerste met opnieuw 4 liedjes die nu het betoverde kasteel in al zijn facetten beschrijft. “Be Our Guest” is op en top Broadway en musical, met opnieuw prachtige teksten en een catchy melodie die net als de filmhit “Under The Sea” door het opgedreven ritme en opgefokte thema een erg gewaardeerde melodie is die als één van de beste uit een animatiefilm mag worden bestempeld. Het bezit alles wat de magie ten goede komt. Belle arriveert in de feestzaal van het kasteel nadat ze het beest voor de eerste keer heeft afgewezen maar wordt door het personeel, aangevoerd door Lumière, Cogsworth en Mrs. Potts, hartelijk verwelkomt voor een innemend en feestelijk diner. En feestelijk betekent voor Menken grandeur à volenté. Verder wordt het verhaalaspect hier op een ingenieuze manier verwerkt in een wervelende show. “Something There” is dan weer geheel zijn tegenhanger, zowel op melodie als op vlak van ritme. Van de feestelijke arrangementen komt Menken hier terug naar de typische musicalballade met fel uitgesponnen strijkerpassages en lichte houtblazers. Een celesta bestempelt perfect de bedienden van het kasteel die hun zegje doen over de verandering in attitude van beide protagonisten wanneer duidelijk wordt dat ze naar elkaar toegroeien. Erg knap! Na dit pareltje droomt het betoverde personeel uitgebreid over hun toekomst, wanneer ze opnieuw mens zullen zijn. “Human Again” was zult succes tijdens de musicalopvoering van “Beauty and the Beast” dat de medewerkers van Disney niet lang moesten twijfelen om het lied in alle eer in de film te herstellen, niet alleen om de vraag naar dit lied van de fans uit te beantwoorden, maar ook als ode aan Howard Ashman. Een uiterst gracieus cadeau dat we enkel maar kunnen toejuichen. Het lied is opnieuw een typische showcase met zwaar koper en wervelende ritmes en uitgesponnen violen. Een dialoog tussen Belle en het beest vormt de bridge van dit nummer dat een eerder kleffe maar uiterst interessante passage over de ongeletterdheid van het beest vormt om dan op tollenden swingende manier wordt afgesloten door een laatste herhaling van het catchy refrein. Een beetje uit chronologische volgorden wordt dan het woord gegeven aan de dorpelingen die hun angst laten voeden door de dreigementen van Gaston die het kasteel en het beest wil afschieten als jachttrofee. Het lied focust op de drie partijen; enerzijds de dorpelingen die angstig hun moed samen rapen om het monster te doden, ten tweede is er Belle en Maurice die gevangen zitten in de kelder van hun huis die maar al te graag het beest willen waarschuwen voor de aanstormende Fransen. Ten slotte komt het huishoudpersoneel aan het woord die het kasteel wil verdedigen en het beest willen overtuigen om te vechten, ook al voelt hij zich droevig omdat hij Belle liet gaan. Menken zou het procédé later herhalen voor “Pocahontas”, waar hij een veel meer melodische aanpak zou voorstellen. “The Mob Song” was echter een mooie oefening en past schitterend in de verhaallijn.
Het liedjesgedeelte eindigt met het impressionante en memorabele lied “Beauty and the Beast”, gebracht door een tedere Angela Lansbury (Mrs. Potts). Toegegeven, het is een stereotiep van zeemzoeterige romantiek, maar het hele concept past schitterend in het hele verhaal en ondersteund op sublieme wijze de balzaalscène. Knap in beeld gezet, slim opgebouwd en wonderlijk begeleid door zachte piano, klarinet en strijkers vormt dit lied het hoogtepunt van het album. De simpele maar doeltreffende teksten, de innemende stem van Lansbury en de glijdende melodie die zijn kracht vindt in het nooit over de top gaande thema, draagt bij tot dit feeërieke en aangename moment. Na dit magische moment vormt de score het tweede deel van deze cd. “To the Fair” opent in een komische manier en ondersteunt de test van Maurice’s nieuwe uitvinding en zijn vertrek naar de beurs. Het thema uit “Something’s There” wordt hier passend geïntegreerd en het herhaalt en biedt een symfonische houvast die dit nummer redt uit alledaagsheid. Het daaropvolgende “West Wing” is al heel wat aangenamer en begint met een mysterieuze en doordachte melodie voor tollende strijkers en fluit en begeleidt Belle in haar ontdekkingstocht van de betoverde roos, die door een klagende viool een stem krijgt. Wanneer het beest de onaangekondigde bezoeker echter ontdekt is er een verandering van melodie en wordt de muziek spannend, maar tegelijk aangedreven door een zeker tragisch accent. Het gevecht met de wolven vormt een waar hoogtepunt van dreigend koper en zware percussie. Heel aangenaam en zeker één van de hoogtepunten van dit album. Een groter contrast met “The Beast Lets Belle Go” is niet indenkbaar. Deze pure romantische maar tragische track is erg sprookjesachtig en herhaalt het hoofdthema van de score in al zijn zuiverheid met veel violen en blazers. Opmerkelijk is dat Menken dit tweede thema introduceert naast al de goed in het oor liggende thema’s voor zijn liedjes. Hiervoor verdient de componist zeker een pluim. De integratie en de verweving van de verschillende thema’s in het algemeen is eigenlijk al een klein mirakel op zich. Door de veelheid aan melodieën kon deze score een onaangenaam kluwen worden waar kop nog staart aan te breien was, maar Menken legt een uiterst spaarzame keuze aan de dag die we enkel maar kunnen toejuichen.
Met “Battle in the Tower” komen we bij het laatste deel van deze score. Vaak wordt een komische noot aangehaald, waar Menken put uit de melodieën van “Be Our Guest”. Echter de spannende delen en het gevecht tussen Gaston en het beest weet Menken op een uiterst waardige en ingetogen manier te scoren. Vaak vinden we verwijzingen naar latere scores als “Aladdin” in kleine motiefjes die hij gebruikt om zijn thema’s te construeren. Menken en Troob steunen zoals gewoonlijk op de volheid van de strijkers en voegen percussie en zware kopers aan het geheel toe om de juiste sfeer te creëren. “Transformation” sluit de film af en is een hoogtepunt van romantiek en heroïsme. Op het einde wordt naar al oude Menken methode de muziek beëindigd door een reprise voor het koor. Een schitterend en waardig einde voor een innemende luisterervaring die samen kan worden gevat als de ultieme kinderdroom en een emotionele terugblik naar een lang vervlogen kindertijd.
Tenslotte zijn er nog de extra’s op dit album. Ten eerste zijn er de work tapes van Menken en Ashman, waar we het privilege krijgen om een blik achter de schermen te werken. Tevens geeft het een kans om de aangename stem van Ashman te beluisteren en het werkprocédé van beide heren onder de loep te nemen. “Be Our Guest” en “Beauty and the Beast” waren de voor de hand liggende keuzes. En zoals het demotapes betaamd is er de heerlijke krassende geluidskwaliteit. De title song wordt hierna vertolkt door Céline Dion en Peablo Bryson, die ook zou instaan voor de vertolking van “A Whole New World” uit Aladdin. Het is een popversie van het titellied en is best te pruimen. “Death of the Beast” is een early version maar is een waar pareltje voor cello en orkest. Het stuk bevat een ongeziene pathos en tragedie en is een fantastische luisterervaring. Ten slotte eindigt het album met een zoveelste versie van “Beauty and the Beast” door H en Claire van de popformatie Steps. Vooral het mooie violenarrangement valt op en uiteindelijk is deze versie goed luisterbaar maar moet ze zeker onderdoen voor de Bryson/Dion versie.
De soundtrack voor “Beauty and the Beast” is tijdloos. Het album bevat alle hoogtepunten, vele extra’s en vooral een heerlijke compilatie van de beste Disney nummers die ooit werden neergepend voor een animatiefilm. Het is dan ook niet moeilijk in te zien dat deze soundtrack een klassieker is die in geen enkele filmmuziekverzameling mag ontbreken. Al is het voor de heerlijke liedjes, de innemende score of de wens om een laatste maal de Disney magie die begin de jaren negentig hoogtij vierde te herbeleven, deze soundtrack heeft alles in huis om je keer op keer te laten smelten. Deze soundtrack is een toost op alle mooie en zoete herinneringen uit het verleden, een uitroep naar catchy melodieën en een ode aan wijlen Howard Ashman. Een Must have!